Adviesbureau negeert rechterlijke uitspraak over windturbinegeluid.
donderdag 6 juni 2013 | 0 Reacties
LBP|SIGHT heeft kennelijk geen boodschap aan de Rechtbank Noord-Holland
Een stille omgeving is geen reden om de norm voor windturbinegeluid daarop af te stemmen, vindt LBP|SIGHT, veelgevraagd adviesbureau op het gebied van windturbinegeluid dat o.a. de geluidsonderzoeken voor het windturbinepark Noordoostpolder heeft verricht. De rechter denkt daar echter anders over. LBP|SIGHT gaat nog verder door het overgangsrecht te ontkennen dat volgens de rechter nog drie jaar van toepassing is.
LBP|SIGHT heeft kennelijk geen boodschap aan de Rechtbank Noord-Holland, die op 7 maart 2013 uitsprak dat een laag achtergrondniveau als een bijzondere lokale omstandigheid moet worden aangemerkt, en dat geluidsnormen voor windturbines daarop afgestemd mogen worden. De rechter verplicht de gemeente Sint Maartensvlotbrug om een maatwerkvoorschrift op te stellen dat passend is bij het lage niveau.
LBP|SIGHT beweert ook dat maatwerk alleen in de eenheden Lden en Lnight -gemiddelde waardes over een jaar- mag worden toegepast. Ook hierover heeft de rechter anders bepaald. In de uitspraak staat nadrukkelijk dat ook voor een andere eenheid, zoals rechtstreeks meetbare decibellen op de gevel van woningen, kan worden gekozen.
Als derde probeert LBP|SIGHT op een vreemde manier de bestaande overgangsregeling te ontkrachten. De nieuwe regels kennen namelijk een overgangstermijn van drie jaar waarbinnen normen die onder het oude regime waren opgelegd van kracht blijven. Volgens LBP|SIGHT zou de overgangsregeling alleen van toepassing zijn bij oude vergunningen met ‘Ldenachtige’ voorschriften voor geluid. Leuk bedacht. Als dit zou kloppen dan zou de overgangsregeling nooit kunnen worden toegepast. De oude normen kennen immers helemaal geen ‘Ldenachtige’ voorschiften, die eenheid is pas op 1 januari 2011 ingevoerd, toen de nieuwe regels van kracht werden.
Deze kromme redenering van LBP|SIGHT is dan ook in strijd met de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, die eenvoudigweg bepaalt dat voor windturbines die onder de oude geluidsregels vielen het overgangsrecht moet worden toegepast, en dat de oude voorschriften nog drie jaar van kracht blijven.
Het is teleurstellend dat een zich onafhankelijk noemend adviesbureau als LBP|SIGHT lijkt te denken dat het een rechterlijke uitspraak mag verzwijgen als die in het nadeel van de opdrachtgever is. Maar ook als LBP|SIGHT het met de uitspraak oneens is, wat hier het geval schijnt te zijn, blijft in Nederland een beslissing van de rechter van kracht zolang een hogere rechter niet anders beslist. Een goede beoordeling hoort dit te melden.
Gemeentes zoals Heerhugowaard, Schagen (voorheen Zijpe) en Hollands Kroon, die zich de visie van LBP|SIGHT eigen maken, laten de buren van de windturbine-eigenaren lelijk in de kou staan. De overgangstermijn is bedoeld om gemeentes drie jaar de tijd te geven om te beoordelen of maatwerk nodig is. Maar dat gebeurt niet. Deze gemeentes zullen die drie jaar wel overleven, 2½ jaar zijn al verstreken.
In het Juristentijdschrift “Jurisprudentie Milieurecht” is onlangs een noot over dit onderwerp gepubliceerd van mr. Jan Veltman, advocaat op het terrein van het bestuursrecht, ruimtelijke ordeningsrecht en milieurecht.
Fred Jansen, 2 juni 2013.
NKPW
0 Reacties voor "Adviesbureau negeert rechterlijke uitspraak over windturbinegeluid."
Wat vindt u van dit nieuws?